Terug naar overzicht

15 jaar Eventief deel drie

29 juni 2021
Tanja Vornberger

In mijn vorige blog kaartte ik het vijftienjarig bestaan van het bedrijf van mij en mijn compagnon aan. Echter, volgens een van mijn adviseurs, was die blog geen feestje om te lezen. "Je verhaal was veel te wetenschappelijk en dus saai. Daar krijgt niemand vochtige ogen van", werd er nog aan toegevoegd. “Dat wil niemand lezen."

Welnu; twee luchtige verhalen dan in deze blog. Anekdotes waar mijn compagnon en ik scheef om lagen van het lachen. Althans, uiteindelijk konden we er altijd wel om lachen.

Het Brand promoteam
“Jullie zullen dus jullie team moeten uitbreiden met jonge mannen", werd ons op het hart gedrukt door onze nieuwe opdrachtgever Heineken. “Die meiden zijn wel allemaal knap en kundig, daar ligt het niet aan, maar ook mannen drinken bier en de doelgroep moet zich wel herkennen in het promoteam." Zo gezegd, zo gedaan en binnen no time hadden we een tiental jongens geselecteerd en getraind om ons Limburgse Brand Bier te promoten. We noemden het team “Het Brand-Roda Ererondje". Er werd uiteraard ook een nieuwe outfit voor het team aangeschaft. Allemaal prima. Totdat het team in die nieuwe outfits een ererondje liep in een (toen nog) vol Parkstad Limburg Stadion...

Want ten tijde van dit verhaal, waren baggy, laaghangende, broeken bij de jongens in de mode. Met het gevolg dat al die jongens, terwijl ze driftig zwaaiden, in hun bontgekleurde Björn Borg onderbroeken over het veld renden. “Dan hebben we toch liever meiden", zei Peggy droog. “Daar weten we tenminste van hoe we ze moeten aankleden." “En…," zei ik er achteraan, "morgen gaan we spijkerbroeken kopen."

De zwarte broek
Mede door die ervaring van “de laaghangende spijkerbroeken", namen we geen enkel risico meer en werden broeken in allerlei kleuren aangeschaft. Witte, blauwe en zwarte broeken voor de meiden én vooral ook voor de jongens. Dan waren onze mensen in ieder geval altijd netjes gekleed. Dat kun je maar beter goed regelen en niet aan het toeval overlaten, werd ons motto. Tijdens één van zijn eerste jobs kreeg ook Félipe, mijn zoon - toen zestien jaar jong, een broek mee. Braaf deed hij die aan, maar meldde wel dat de broek een beetje strak zat in het kruis. “Dat went wel," zei Peggy daarop, “dat is het model." Achteraf bleek dat we die arme knul tien uur in een dameslegging hadden laten werken. Ik twijfelde even of ik dit moest opschrijven, want als hij het leest, wordt hij wellicht weer boos.

Wordt vervolgd…

Terug naar overzicht